Tijd voor een nieuwe review van mijn hand. Na een hele stilte neem ik nu rustig de tijd om te luisteren naar ALARM van YELLOW STUDS. Dit is het tweede wereldwijd uitgebrachte album van de indie-rockband uit Tokyo. Echter zijn ze zeker al wat langer bezig, het is namelijk al het zevende album. Zanger Taichi Nomura maakte er samen met de rest van de band, gitaristen Ryohei Nomura en Takayuki Okudaira, bassist Daisuke Ueda en drummer Hiroki Tanaka een gevarieerd album van, dat beloofd.
Tracklist:
1.コメディ (Comedy)
2.脱線 (Dassen)
3.秋晴れの空 (Akibare No Sora)
4.僭越ながら (Senetsunagara)
5.トビラ (Tobira)
6.ヘイママ (Hey Mama)
7.鶴の恩返し (Tsuruno Onngaeshi)
8.百人町 (Hyakuninchou)
9.SNS
10.生きてるフリ (Ikiteru Furi)
11.また会おう (Mata Aou)
12.飴と鞭 (Ame to Muchi)
Het eerste nummer draagt de naam コメディ (Comedy). Het klinkt erg vrolijk, wat wel past bij de titel. De zanger daarintegen klinkt behoorlijk serieus en misschien zelfs wat opgejaagd. Het is een snel nummer, met prachtig pianospel.
We gaan verder met 脱線 (Dassen). Opnieuw een snel nummer, maar het begint wel met een andere sfeer erin. Serieuzer volgens mij. In dit nummer komt de stem van zanger Taichi ook beter tot zijn recht. Het heeft een hardere klank, die hem precies beter afgaat. De muzikanten spelen erg goed en ze ondersteunen de zangstem heel goed.
秋晴れの空 (Akibare No Sora) biedt zich een pak rustiger aan. Een meeslepend pianospel, gevolgd door een indringend gitaarspel. Er zit een melanchonische klank in de stem. Ik zie zo een prachtige dag buiten met een geliefde, die toch minder perfect loopt dan gehoopt. Het nummer blijft over de gehele lijn dat gevoel geven. Een erg mooi CD-nummer. Minder meeslepend dan voorgaande en daardoor iets minder geschikt voor concerten vermoed ik.
Het vierde nummer 僭越ながら (Senetsunagara) klinkt opnieuw wat dramatisch en misschien zelfs triest. Het is rustig, met een beetje een rauwe klank. Net als in het eerste nummer lijkt hier de piano het instrument dat het meest de aandacht opeist. Er zit veel meer wisseling in ritme in dit nummer dan bij de vorige. Toch is het op elk moment herkenbaar, een mooi geheel.
Tijd voor トビラ (Tobira), een nummer met pit! Snelheid, goede gitaarlijnen met een lekkere bas tussendoor. Een perfect nummer om de hele zaal wild springend en headbangend te krijgen. De rocksfeer komt hier door, terwijl het ook erg aanstekelijk werkt. Dit is zo’n nummer waar heel veel mensen vrolijk van worden!
ヘイママ (Hey Mama) brengt weer wat heel anders ter oren. Het heeft op het eerste moment een beetje een countrysfeer. Je waant je zo in zo’n bar met van die klapdeurtjes, je kent ze wel uit de film. En daarmee zeg ik ook wel wat over het nummer, want volgens mij zou het zeker een leuk ondersteunend nummer tijdens zo’n soort scène zijn. Een dikke duim voor de zalige zwoele klank ik de stem, het klinkt sexy.
Het zevende nummer op dit album breekt aan. Het is een nummer met als titel 鶴の恩返し (Tsuruno Onngaeshi). Het begin klinkt alsof je het kan spelen om ballet op te dansen, maar na een korte intro wordt het duidelijk wat steviger. Deze afwisseling blijf je horen doorheen het hele nummer. Een moeilijk liedje om te beoordelen. Ikzelf ben er niet uit of ik het nu echt leuk vind, of toch niet zo. Ik zou zeggen, oordeel zelf ook eens.
Het volgende nummer, 百人町 (Hyakuninchou), brengt ons opnieuw een vrolijk nummer, met een duidelijke rol voor de piano. Het geeft me een jaren ’70 gevoel, en dat bedoel ik positief. Het nummer klinkt alsof er meer muzikanten meespelen, namelijk een beetje big band. En dat is zeker een kunst!
SNS breekt aan met gitaren die je meeslepen. De zanger gebruikt zijn stem weer anders, een heel ander gevoel. Dit nummer doet hem niet de eer aan die ik bijna gewoon ben geworden. Het is een doordringend nummer, met een drukkende sfeer. Volgens mij zal deze het tijdens concerten ook goed doen en zal het dan ook beter tot zijn recht komen dan op CD.
Het volgend nummer draagt de titel 生きてるフリ (Ikiteru Furi). De Engelse titel is Pretending I’m alive. Intrigerende titel dus… Is het nummer zelf dat ook? Het heeft opnieuw een beetje een 70’s feel. Zalig in een bar, waar gedanst wordt in prachtige avondjurken en kostuums. Er zit een snel ritme in, de drummer mag zich hier ook eens wat uitleven. Daarnaast zijn er ook andere stemmen te horen, die erg mooi aanvullen. Dit nummer zou wel eens een favoriet op deze CD kunnen zijn voor mij. De sfeer is gewoon weg zalig en mysterieus.
Het voorlaatste nummer van dit album breekt aan. また会おう (Mata Aou) begint erg rustig en ik krijg dadelijk het gevoel van een triestig liefdeslied, dit kan passen bij de titel. Deze toon blijft zo doorheen het hele nummer. Er is weinig afwisseling, maar in deze ballad mag het wel. Een gevoel van gemis beklijft je wanneer je een zweempje wanhoop lijkt te horen. Een mooi nummer.
飴と鞭 (Ame to Muchi) sluit het album af. Opnieuw een rustige start, piano en gitaar spelen een mooie intro. Wanneer Taichi Nomura begint te zingen zit er een dringendheid in het nummer. Opnieuw eentje dat wat moeilijker te beoordelen en te beschrijven is, maar ik kan niet ontkennen dat het mooi is en goed in elkaar lijkt te steken.
Een album met afwisseling en stijl. De cover is erg sober, maar misschien is dit wel omdat de nummers te verschillend zijn? Eenvoud is kracht, zegt men vaak. Het lettertype gebruikt op het album lijkt op dat van een wekkerradio, mooi bij de titel.
Score: 65/100