Vanaf vandaag kun je kennis maken met de kleurrijken verhalen van het Noh-theater, een van de oudste theatervormen van Japan. Het Rijksmuseum toont namelijk tot en met zondag 13 december zeven uitbundige Noh-theater kimono’s. De tentoonstelling is in samenwerking met Hotel Okura en de Gemeente Amsterdam en valt samen met het 45-jarig bestaan van Hotel Okura Amsterdam.
De kimono’s laten de veranderingen van No door de eeuwen heen zien. Noh-theater ontstond in de veertiende eeuw en is een gestileerde Japanse toneelvorm waarin zang, dans en muziek samenkomen. Hoogtepunt van de presentatie is een schitterende kimono uit de achttiende eeuw met geborduurde maanbloemranken op saffraankleurige met damast geweven zijde.
Noh-theater
Tegen het einde van de veertiende eeuw werd de basis voor Noh-theater ontwikkeld onder shogun Yoshimitsu (1358–1408). In het Noh-theater trachten acteurs met dans, gebarenspel en poëzie een ingetogen, elegante schoonheid (yugen) te creëren. De boeddhistische kijk op de wereld als een plek van vergankelijkheid, het lijden en het zoeken naar verlossing vormt de thematiek in het Noh-theater. De programmering van de stukken, de structuur van de gezelschappen en de opvoeringspraktijk hebben sinds de zeventiende eeuw weinig verandering ondergaan.
De kleurrijke sfeer van Noh
De zeven kimono’s uit de Okura-collectie bieden een representatief overzicht van Noh-theater kostuums. Ze geven een indruk van de kleurrijke sfeer die tijdens Noh-voorstellingen in het verleden moet hebben geheerst. De hoofdrolspeler die langzaam zijn entree maakte, opdoemend uit het halfduister van de brug naar het hoofdpodium, met een overvloed aan met goud, zilver en contrasterende kleuren versierde stoffen glinsterend in het gedempte licht.
Die sfeer creëerde spelers ook met maskers, die zij steevast tijdens een voorstelling droegen. Met maskers werd het karakter van het personages weergegeven. Een aantal maskers is naast de kimono’s te zien, evenals prenten die tonen hoe de kleurrijke kimono’s vaak in lagen over elkaar werden gedragen.
De collectie van Okura
Het Okura Museum of Art werd in 1917 opgericht en was het eerste privémuseum in Japan. Het huisvestte de collectie van Okura Kihachiro (1837–1928), een zakenman die in 1855, vlak na de openstelling van Japan, vanuit de provincie naar Tokyo was getrokken om daar de levensmiddelenhandel Okuraya te beginnen. De handelsfirma groeide uit tot een zeer succesvolle bedrijvengroep, waaraan in 1962 het eerste hotel in Tokyo werd toegevoegd. Okura Kihachiro zette zich vanaf het begin in als patroon van de kunsten en de familie houdt nog altijd die traditie in ere.
Het Rijksmuseum is te vinden aan Museumstraat 1 in Amsterdam en is elke dag geopend van 09.00 tot 17.00 uur. Om binnen te komen betaal je € 17,50, maar jongeren tot en met 18 jaar en bezitters van onder andere een museumkaart komen gratis naar binnen. Heb je een CJP? Dan krijg je 50% korting op de reguliere ticketprijs.
Bron: Rijksmuseum