Al een tijdje werd er geprotesteerd door Zuid-Korea over de erkenning van een 23 Japanse industriële monumenten uit de Meijiperiode (1868-1912). Maar na een lange tijd vergaderen waren Japan en Zuid-Korea het uiteindelijk toch eens met elkaar geworden.
Op zondag 5 juli werd er in de Duitse stad Bonn flink vergaderd door de VN-organisatie voor Cultuur. In Japan bevindt zicht namelijk een reeks industriële monumenten die zij op de UNESCO-Werelderfgoed lijst wilden plaatsen. Zuid-Korea was het hier een lange tijd niet mee eens omdat er bij bepaalde monumenten een donkere geschiedenis schuilt. In de jaren veertig moesten duizenden Koreanen keihard in slechte omstandigheden werken als dwangarbeiders in onder meer koolmijnen.
Uiteindelijk liet Japan weten dat zij ook een informatiecentra willen plaatsen dat ook dit deel van de geschiedenis zal vertellen bij de verschillende monumenten, zodat men ook te weten komt wat er zich in die tijd afspeelden rond de industriële installaties.
Zowel de Zuid-Koreaanse minister van Buitenlandse Zaken als de Japanse premier zijn opgelucht en blij dat beiden landen het met elkaar eens konden worden. Samen hopen ze om de erfgoederen te bewaren voor de komende generaties. De monumenten zijn onder meer ijzer- en staalindustrieën, scheep en mijnbouw plaatsen uit de vroege Japanse industralisering wat plaatsvond begin van de 19e eeuw.
bron: Standaard