Hello lieve mensen.
Laat mij je meenemen naar de wondere wereld die ik beleefd heb samen met twee andere leden van AVO Forum (Fran en Adriek) in OCCII in Amsterdam waar de band Acid Mothers Temple & The Melting Paraiso U.F.O. optrad.
Het pand dat we betraden, was aan de buitenkant totaal bekleed met schitterend houtsnijwerk. Eenmaal binnen kreeg ik een ster ter bevestiging van entree betaling in mijn nek van een ‘dude’ die miso soep zat te eten (mij ontgaat echt niks qua eten). Daarna kwam ik in een oude vertrouwde wereld terecht met krakers en laid-back people. De sfeer was ontspannen en mensen deden zich te goed aan biologisch bier, Chezz Budweiser en Duitse cola.
Na toch een tijdje wachten en sfeer proeven, kwamen de bandleden op het podium . Na een simpele “Good evening” sloegen ze een akkoord aan en werd het publiek door een warphole naar een andere dimensie getransporteerd. “Sluit je ogen en kom met ons mee,” leek de band te zeggen en zo deed het publiek wat het opgedragen werd.
De bassist, Tsuyama Atsushi a.k.a. cosmic joke, stal mijn hart. Hij deed dit niet alleen door een heerlijke baslijn aan mij en het publiek te geven. Maar hij gebruikte ook zijn stem om ons een kijkje te geven in het wereldje die hij en de rest van de band voor ons aan het creëren was. Tussen het bassen door pakte hij een klarinet en een blokfluit om ons weg te laten dromen.
De man aan de knoppen (synthesizer), Higashi Hiroshi a.k.a. dancin’king, leek het verhaal uit te beelden door middel van lichaamstaal. Hij keek van de ene kant naar de andere terwijl het licht waarin hij danste ervoor zorgde dat zijn lange grijze haar op een dansende kwal leek die ons probeerde te hypnotiseren. En met succes.
De heer die alles nauwkeurig in de gaten hield met zijn stokken, Shimura Koji a.k.a. latino cool, hield een oog op elke speler om te zien of zij nog goed gingen en wat hij zelf nog kon doen om de flow er nog beter in te houden. Ik mag hopen dat ik op een gevorderder leeftijd nog zo veel energie en wilskracht zal hebben als hij.
Dan is daar de man, de man die echt alles kan: gitarist Kawabata Makoto a.k.a. speed guru. En hij doet zijn bijnaam alle eer aan. Met een ongeziene snelheid raust hij akkoorden en slingert hij ze naar het publiek om ze vervolgens weer terug te nemen en ze via zijn slingerende gitaar de lucht in te sturen, daar wolken te laten ontstaan en het muziek te laten regenen.
En dan last but so not least Tabata Mitsuru no a.k.a. (Computer Says No) maratab. Als ondersteunende tweede gitarist speelde hij mee in een flow die zijn weerga niet kent.
Het was fantastisch. De sfeer, de mensen, de band.
Er was nauwelijks publieke interactie. Er konden twee keer een “Thank you” er van af. Maar om heel eerlijk te zijn hoefde deze band dat ook niet te doen. Van het begin tot het einde van het concert had de band het publiek in zijn macht en speelde ermee alsof het kinderspel was. Wij waren de slangen, zij de bezweerders en dansen deden wij. De één deed dit onder invloed van een plantje waar Nederland wel om bekend staat, de anderen volgde vanzelf de flow die gecreëerd werd.
Het absolute hoogtepunt van velen was het laatste nummer dat zij opvoerden. Alleen zang en een ontdekking dat de bassist zijn tweede paar stembanden kan aanspannen zoals de Tibetaanse monniken dat kunnen. Dat was voor mij het moment dat mijn hart een sprong maakte en een liefde voor deze band creëerde. En met mij vele anderen.
Ja, ik mag zeggen, na twee CD’s rijker, twee buttons, een knuffel van de dancin’king en een onvergetelijke avond in een kraakpand: IK BEN FAN en raad iedereen aan om dit ook te worden!
Foto’s door: Francisca Hagen
Het is echt goed geschreven, door dit blog lijkt het of ik wel heel erg super veel heb gemist!
heb je zeker!